Gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie (CGT)

Cognitieve gedragstherapie bestaat uit een combinatie van cognitieve therapie en gedragstherapie. Bij cognitieve therapie gaat men ervan uit dat het denken invloed heeft op het gevoelsleven en op het doen van de mens. Bij gedragstherapie staat het gedrag centraal: hoe iemand handelt, bepaalt in belangrijke mate ook hoe die persoon zich voelt.

Het uitgangspunt van CGT is dat gedachten (cognities) een invloed hebben op ons gedrag en op hoe we ons voelen, en omgekeerd. Bij CGT leert men via inzichten het gedrag te beheersen en zo nodig te veranderen. Het is onontbeerlijk om inzicht te krijgen in de manier van denken. Dit gebeurt aan de hand van therapeutische gesprekken met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut en middels huiswerkopdrachten.

Het doel van cognitieve gedragstherapie

Het doel van CGT is dat je beter leert omgaan met emotionele en fluctuerende gevoelens zoals angst, boosheid, schuldgevoelens of somberheid. Tijdens de therapie tracht men eveneens inzicht te krijgen in bepaalde levensgebeurtenissen uit het verleden. Kunnen zij de afwijkende ideeën en/of gedragingen uit het heden verklaren?

Door CGT gestructureerd en met enige regelmaat (eenmaal per week) te volgen in combinatie met de huiswerkopdrachten, komt men gaandeweg tot nieuwe gedachten en positiever gedrag.

Het doel is zelfmonitoring. Dit wil zeggen dat je controle krijgt over je gevoelens, gedachten en je eigen gedrag. Naarmate je de opdrachten thuis uitvoert en getrouw de sessies volgt, word je alsmaar beter in het controleren van je gevoelens en emoties.

Het veranderen van irrationele cognities

Irrationele cognities (gedachten) zorgen voor disfunctioneel gedrag. Cognitieve gedragstherapie heeft als doel om de inhoud van irrationele gedachten om te buigen en te veranderen naar bruikbare gedachten die je iets opleveren. Je leert als het ware je gedachten te sturen en aan te passen waardoor lijden minder wordt.